Hoofdstuk IX

Bepalingen in verband met specifieke situaties op het gebied van gegevensverwerking

Artikel 85

Verwerking en vrijheid van meningsuiting en van informatie


1. De lidstaten brengen het recht op bescherming van persoonsgegevens overeenkomstig deze verordening wettelijk in overeenstemming met het recht op vrijheid van meningsuiting en van informatie, daaronder begrepen de verwerking voor journalistieke doeleinden en ten behoeve van academische, artistieke of literaire uitdrukkingsvormen.

2. Voor verwerking voor journalistieke doeleinden of ten behoeve van academische, artistieke of literaire uitdrukkingsvormen stellen de lidstaten uitzonderingen of afwijkingen vast van hoofdstuk II (beginselen), hoofdstuk III (rechten van de betrokkene), hoofdstuk IV (de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker), hoofdstuk V (doorgifte van persoonsgegevens naar derde landen of internationale organisaties), hoofdstuk VI (onafhankelijke toezichthoudende autoriteiten), hoofdstuk VII (samenwerking en coherentie) en hoofdstuk IX (specifieke gegevensverwerkingssituaties) indien deze noodzakelijk zijn om het recht op bescherming van persoonsgegevens in overeenstemming te brengen met de vrijheid van meningsuiting en van informatie.

3. Elke lidstaat deelt de Commissie de overeenkomstig lid 2 vastgestelde wetgevingsbepalingen mee, alsook onverwijld alle latere wijzigingen daarvan.

Preambule overweging nr. 153 AVG

In de wetgeving van de lidstaten moeten de regels betreffende de vrijheid van meningsuiting en van informatie, met inbegrip van journalistieke, academische, artistieke en/of literaire uitdrukkingsvormen in overeenstemming worden gebracht met het recht op bescherming van persoonsgegevens uit hoofde van deze verordening. Voor de verwerking van persoonsgegevens enkel voor journalistieke doeleinden of ten behoeve van academische, artistieke en literaire uitdrukkingsvormen moeten afwijkingen van of uitzonderingen op een aantal bepalingen van deze verordening worden ingesteld, teneinde indien nodig het recht op bescherming van persoonsgegevens te verzoenen met het recht op de vrijheid van meningsuiting en van informatie, zoals dat in artikel 11 van het Handvest is vastgelegd. Dit dient met name te gelden voor de verwerking van persoonsgegevens voor audiovisuele doeleinden en in nieuws- en persarchieven. De lidstaten moeten derhalve wettelijke maatregelen treffen om de uitzonderingen en afwijkingen vast te stellen die nodig zijn om een evenwicht tussen die grondrechten tot stand te brengen. De lidstaten dienen dergelijke uitzonderingen en afwijkingen vast te stellen met betrekking tot de algemene beginselen, de rechten van betrokkenen, de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker, de doorgifte van persoonsgegevens naar derde landen of internationale organisaties, de onafhankelijke toezichthoudende autoriteiten, samenwerking en coherentie, en betreffende specifieke situaties op het gebied van gegevensverwerking. Indien die uitzonderingen of afwijkingen per lidstaat verschillen, is het recht van de lidstaat waaraan de verwerkingsverantwoordelijke is onderworpen, van toepassing. Gelet op het belang van het recht van vrijheid van meningsuiting in elke democratische samenleving, dienen begrippen die betrekking hebben op die vrijheid, zoals journalistiek, ruim te worden uitgelegd.

Artikel 86

Verwerking en recht van toegang van het publiek tot officiële documenten


Persoonsgegevens in officiële documenten die voor de uitvoering van een taak van algemeen belang in het bezit zijn van een overheidsinstantie, een overheidsorgaan of een particulier orgaan, mogen door de instantie of het orgaan in kwestie worden bekendgemaakt in overeenstemming met het Unierecht of het lidstatelijke recht dat op de overheidsinstantie of het orgaan van toepassing is, teneinde het recht van toegang van het publiek tot officiële documenten in overeenstemming te brengen met het recht op bescherming van persoonsgegevens uit hoofde van deze verordening.

Preambule overweging nr. 154 AVG

Deze verordening biedt de mogelijkheid om bij de toepassing daarvan rekening te houden met het beginsel recht van toegang van het publiek tot officiële documenten. De toegang van het publiek tot officiële documenten kan als een algemeen belang worden beschouwd. Persoonsgegevens in documenten die in het bezit zijn van een overheidsinstantie of overheidsorgaan, moeten door die instantie of dat orgaan kunnen worden vrijgegeven, indien in het Unierecht of het lidstatelijke recht dat op de overheidsinstantie of het overheidsorgaan van toepassing is, in de vrijgave van die gegevens wordt voorzien. Die wetgeving moet de toegang van het publiek tot officiële documenten en het hergebruik van overheidsinformatie verzoenen met het recht op bescherming van persoonsgegevens, en mag derhalve voorzien in de noodzakelijke afstemming op het recht op de bescherming van persoonsgegevens krachtens deze verordening. De verwijzing naar overheidsinstanties en -organen in die context moet alle autoriteiten en andere organen die onder het lidstatelijke recht inzake de toegang van het publiek tot documenten vallen, omvatten. Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (1) doet geen afbreuk aan en heeft geen gevolgen voor het niveau van bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens uit hoofde van het Unierecht en het lidstatelijke recht, en houdt met name geen wijziging in van de in deze verordening vastgestelde verplichtingen en rechten. Meer bepaald mag die richtlijn niet gelden voor documenten die krachtens de toegangsregelingen niet of in beperkte mate mogen worden ingezien omwille van de bescherming van persoonsgegevens, en voor delen van documenten die krachtens die regelingen mogen worden ingezien, maar die persoonsgegevens bevatten waarvan het hergebruik bij wet onverenigbaar is verklaard met het recht inzake bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens.


(1) Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 90).

Artikel 87

Verwerking van het nationaal identificatienummer


De lidstaten kunnen de specifieke voorwaarden voor de verwerking van een nationaal identificatienummer of enige andere identificator van algemene aard nader vaststellen. In dat geval wordt het nationale identificatienummer of enige andere identificator van algemene aard alleen gebruikt met passende waarborgen voor de rechten en vrijheden van de betrokkene uit hoofde van deze verordening.

Artikel 88

Verwerking in het kader van de arbeidsverhouding


1. Bij wet of bij collectieve overeenkomst kunnen de lidstaten nadere regels vaststellen ter bescherming van de rechten en vrijheden met betrekking tot de verwerking van de persoonsgegevens van werknemers in het kader van de arbeidsverhouding, in het bijzonder met het oog op aanwerving, de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, met inbegrip van de naleving van wettelijke of uit collectieve overeenkomsten voortvloeiende verplichtingen, het beheer, de planning en de organisatie van de arbeid, gelijkheid en diversiteit op het werk, gezondheid en veiligheid op het werk, bescherming van de eigendom van de werkgever of de klant dan wel met het oog op de uitoefening en het genot van de met de arbeidsverhouding samenhangende individuele of collectieve rechten en voordelen, en met het oog op de beëindiging van de arbeidsverhouding.

2. Die regels omvatten passende en specifieke maatregelen ter waarborging van de menselijke waardigheid, de gerechtvaardigde belangen en de grondrechten van de betrokkene, met name wat betreft de transparantie van de verwerking, de doorgifte van persoonsgegevens binnen een door of een groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen en toezichtsystemen op het werk.

3. Elke lidstaat deelt de Commissie uiterlijk op 25 mei 2018 de overeenkomstig lid 1 vastgestelde wetgevingsbepalingen mee, alsook onverwijld alle latere wijzigingen daarvan.

Preambule overweging nr. 155 AVG

In het lidstatelijke recht of in collectieve overeenkomsten, met inbegrip van „bedrijfsovereenkomsten”, kunnen specifieke regels worden vastgesteld voor de verwerking van de persoonsgegevens van werknemers in het kader van de arbeidsverhouding, met name voor de voorwaarden waaronder persoonsgegevens in de arbeidsverhouding op basis van de toestemming van de werknemer mogen worden verwerkt, voor de aanwerving, voor de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, met inbegrip van de naleving van wettelijke of uit collectieve overeenkomsten voortvloeiende verplichtingen, voor het beheer, de planning en de organisatie van de arbeid, voor gelijkheid, diversiteit, gezondheid en veiligheid op het werk, voor de uitoefening en het genot van de met de arbeidsverhouding samenhangende individuele of collectieve rechten en voordelen, en voor de beëindiging van de arbeidsverhouding.

Artikel 89

Waarborgen en afwijkingen in verband met verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden


1. De verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden is onderworpen aan passende waarborgen in overeenstemming met deze verordening voor de rechten en vrijheden van de betrokkene. Die waarborgen zorgen ervoor dat er technische en organisatorische maatregelen zijn getroffen om de inachtneming van het beginsel van minimale gegevensverwerking te garanderen. Deze maatregelen kunnen pseudonimisering omvatten, mits aldus die doeleinden in kwestie kunnen worden verwezenlijkt. Wanneer die doeleinden kunnen worden verwezenlijkt door verdere verwerking die de identificatie van betrokkenen niet of niet langer toelaat, moeten zij aldus worden verwezenlijkt.

2. Wanneer persoonsgegevens met het oog op wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden worden verwerkt, kan in het Unierecht of het lidstatelijke recht worden voorzien in afwijkingen van de in de artikelen 15, 16, 18 en 21 genoemde rechten, behoudens de in lid 1 van dit artikel bedoelde voorwaarden en waarborgen, voor zover die rechten de verwezenlijking van de specifieke doeleinden onmogelijk dreigen te maken of ernstig dreigen te belemmeren, en dergelijke afwijkingen noodzakelijk zijn om die doeleinden te bereiken.

3. Wanneer persoonsgegevens met het oog op archivering in het algemeen belang worden verwerkt, kan in het Unierecht of het lidstatelijke recht worden voorzien in afwijkingen van de in de artikelen 15, 16, 18, 19, 20 en 21 genoemde rechten, behoudens de in lid 1 van dit artikel bedoelde voorwaarden en waarborgen, voor zover die rechten het verwezenlijken van de specifieke doeleinden onmogelijk dreigen te maken of ernstig dreigen te belemmeren, en dergelijke afwijkingen noodzakelijk zijn om die doeleinden te bereiken.

4. Wanneer verwerking als bedoeld in de leden 2 en 3 tegelijkertijd ook een ander doel dient, zijn de afwijkingen uitsluitend van toepassing op verwerking voor de in die leden bedoelde doeleinden.

Preambule overweging nr. 33 AVG

Het is vaak niet mogelijk op het ogenblik waarop de persoonsgegevens worden verzameld, het doel van de gegevensverwerking voor wetenschappelijke onderzoeksdoeleinden volledig te omschrijven. Daarom moet de betrokkenen worden toegestaan hun toestemming te geven voor bepaalde terreinen van het wetenschappelijk onderzoek waarbij erkende ethische normen voor wetenschappelijk onderzoek in acht worden genomen. Betrokkenen moeten de gelegenheid krijgen om hun toestemming alleen te geven voor bepaalde onderzoeksterreinen of onderdelen van onderzoeksprojecten, voor zover het voorgenomen doel zulks toelaat.


Preambule overweging nr. 156 AVG

De verwerking van persoonsgegevens met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden, dient onderworpen te zijn aan passende waarborgen voor de rechten en vrijheden van de betrokkenen overeenkomstig deze verordening. Die waarborgen dienen ervoor te zorgen dat technische en organisatorische maatregelen worden getroffen om met name de inachtneming van het beginsel gegevensminimalisering te verzekeren. De verdere verwerking van persoonsgegevens met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek, of statistische doeleinden dient te worden uitgevoerd wanneer de verwerkingsverantwoordelijke heeft beoordeeld of deze doeleinden te verwezenlijken zijn door persoonsgegevens te verwerken op basis waarvan de betrokkenen niet of niet meer geïdentificeerd kunnen worden, op voorwaarde dat passende waarborgen bestaan,zoals de pseudonimisering van de persoonsgegevens. De lidstaten dienen passende waarborgen te bieden voor de verwerking van persoonsgegevens met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden. De lidstaten dienen te worden gemachtigd om, onder specifieke voorwaarden en met passende waarborgen voor de betrokkenen, nader te bepalen welke specificaties en afwijkingen gelden voor de informatievoorschriften, en te voorzien in het recht op rectificatie, het recht op wissing, het recht op vergetelheid, het recht op beperking van de verwerking en het recht van gegevensoverdraagbaarheid en het recht van bezwaar tegen verwerking van persoonsgegevens met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden. Indien dit tegen de achtergrond van de met de specifieke verwerking beoogde doeleinden passend is, kunnen in de genoemde voorwaarden en waarborgen specifieke procedures voor de uitoefening van deze rechten door betrokkenen worden opgenomen, in combinatie met technische en organisatorische maatregelen om, in het licht van de evenredigheids- en noodzaakbeginselen, het verwerken van persoonsgegevens tot een minimum te beperken. De verwerking van persoonsgegevens voor wetenschappelijke doeleinden dient ook te voldoen aan andere toepasselijke wetgeving, zoals die over klinische proeven.


Preambule overweging nr. 157 AVG

Door gegevens uit verschillende registers te koppelen, kunnen onderzoekers nieuwe en zeer waardevolle kennis verwerven over veel voorkomende medische aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, kanker en depressie. Omdat zij op een groter deel van de bevolking zijn gebaseerd, kunnen onderzoeksresultaten met behulp van registers worden verbeterd. In de sociale wetenschappen kunnen wetenschappers dankzij registeronderzoek essentiële kennis verwerven over de wisselwerking op lange termijn van een aantal sociale factoren, zoals werkloosheid en onderwijs met andere levensomstandigheden. Onderzoeksresultaten die door middel van registers worden verkregen, leveren solide kennis van hoge kwaliteit op, die kan worden gebruikt om een op kennis gebaseerd beleid te ontwikkelen en te implementeren, de levenskwaliteit van een deel van de bevolking te verbeteren, en sociale diensten efficiënter te maken. Daarom moet, teneinde wetenschappelijk onderzoek te faciliteren, worden bepaald dat persoonsgegevens, met inachtneming van de passende voorwaarden en waarborgen die in het Unierecht of het lidstatelijke recht zijn vastgesteld, met het oog op wetenschappelijk onderzoek mogen worden verwerkt.


Preambule overweging nr. 158 AVG

Wanneer persoonsgegevens voor archiveringsdoeleinden worden verwerkt, dient deze verordening ook voor verwerking met dit doel te gelden, met dien verstande dat deze verordening niet van toepassing mag zijn op persoonsgegevens van overleden personen. Overheidsinstanties of openbare of particuliere organen die in het bezit zijn van gegevens van algemeen belang moeten diensten zijn die, conform het Unierecht of het lidstatelijke recht, wettelijk verplicht zijn gegevens van blijvende waarde voor het algemeen belang te verwerven, te bewaren, te beoordelen, te ordenen, te beschrijven, mee te delen, onder de aandacht te brengen, te verspreiden en toegankelijk te maken. De lidstaten moeten tevens worden gemachtigd om te bepalen dat persoonsgegevens voor archiveringsdoeleinden verder mogen worden verwerkt, bijvoorbeeld met het oog op het verstrekken van specifieke informatie over het politiek gedrag onder voormalige totalitaire regimes, over genocide, misdaden tegen de menselijkheid, met name de Holocaust, of over oorlogsmisdaden.


Preambule overweging nr. 159 AVG

Wanneer persoonsgegevens met het oog op wetenschappelijk onderzoek worden verwerkt, moet deze verordening ook op verwerking met dat doel van toepassing zijn. Voor de toepassing van deze verordening moet de verwerking van persoonsgegevens met het oog op wetenschappelijk onderzoek ruim worden opgevat en bijvoorbeeld technologische ontwikkeling en demonstratie, fundamenteel onderzoek, toegepast onderzoek en uit particuliere middelen gefinancierd onderzoek omvatten. Bovendien dient de doelstelling van de Unie uit hoofde van artikel 179, lid 1, VWEU, te weten de totstandbrenging van een Europese onderzoeksruimte, in acht te worden genomen. Wetenschappelijke onderzoeksdoeleinden omvatten ook studies op het gebied van de volksgezondheid die in het algemeen belang worden gedaan. Om als verwerking van persoonsgegevens et het oog op wetenschappelijk onderzoek te worden aangemerkt, moet de verwerking aan specifieke voorwaarden voldoen, met name wat betreft het publiceren of anderszins openbaar maken van persoonsgegevens voor wetenschappelijke onderzoeksdoeleinden. Indien de resultaten van wetenschappelijk onderzoek, met name op het gebied van gezondheid, aanleiding geven tot verdere maatregelen in het belang van de betrokkene, zijn met het oog op deze maatregelen de algemene regels van deze verordening van toepassing.


Preambule overweging nr. 160 AVG

Wanneer persoonsgegevens met het oog op historisch onderzoek worden verwerkt, dient deze verordening ook voor verwerking met dat doel te gelden. Dit dient ook historisch onderzoek en onderzoek voor genealogische doeleinden te omvatten, met dien verstande dat deze verordening niet van toepassing mag zijn op overleden personen.


Preambule overweging nr. 161 AVG

Wat betreft de toestemming voor deelname aan wetenschappelijke onderzoeksactiviteiten in klinische proeven dienen de desbetreffende bepalingen van Verordening (EU) nr. 536/2014 van het Europees Parlement en de Raad (1) van toepassing te zijn.


Preambule overweging nr. 162 AVG

Wanneer persoonsgegevens voor statistische doeleinden worden verwerkt, dient deze verordening voor verwerking met dat doel te gelden. Bepalingen betreffende statistische inhoud, toegangscontrole, specificaties voor het verwerken van persoonsgegevens voor statistische doeleinden en passende maatregelen ter bescherming van de rechten en vrijheden van de betrokkene en ter verzekering van statistische geheimhouding dienen, binnen de grenzen van deze verordening, in het Unierecht of het lidstatelijke recht te worden vastgesteld. Onder statistische doeleinden wordt verstaan het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens die nodig zijn voor statistische onderzoeken en voor het produceren van statistische resultaten. Die statistische resultaten kunnen ook voor andere doeleinden worden gebruikt, onder meer voor wetenschappelijke onderzoeksdoeleinden. doeleindenHet statistische oogmerk betekent dat het resultaat van de verwerking voor statistische doeleinden niet uit persoonsgegevens, maar uit geaggregeerde gegevens bestaat, en dat dit resultaat en de persoonsgegevens niet worden gebruikt als ondersteunend materiaal voor maatregelen of beslissingen die een bepaalde natuurlijke persoon betreffen.


Preambule overweging nr. 163 AVG

De vertrouwelijke gegevens die statistische autoriteiten van de Unie en de lidstaten voor de productie van officiële Europese en officiële nationale statistieken verzamelen, moeten worden beschermd. Europese statistieken moeten worden ontwikkeld, geproduceerd en verspreid overeenkomstig de statistische beginselen van artikel 338, lid 2, VWEU; nationale statistieken moeten ook aan het lidstatelijke recht voldoen. Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (2), bevatten nadere specificaties betreffende de statistische geheimhoudingsplicht voor Europese statistieken.

 

Artikel 90

Geheimhoudingsplicht


1. Wanneer dit noodzakelijk en evenredig is om het recht op bescherming van persoonsgegevens in overeenstemming te brengen met de geheimhoudingsplicht kunnen de lidstaten specifieke regels vaststellen voor de in artikel 58, lid 1, punten e) en f), bedoelde bevoegdheden van de toezichthoudende autoriteiten in verband met de verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers die krachtens het Unierecht, het lidstatelijke recht of door nationale bevoegde instanties vastgestelde regelgeving, aan het beroepsgeheim of aan een andere gelijkwaardige geheimhoudingsplicht onderworpen zijn. Die regels gelden uitsluitend met betrekking tot persoonsgegevens die de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker in het kader van een onder die geheimhoudingsplicht vallende activiteit heeft ontvangen of verkregen.

2. Elke lidstaat deelt de Commissie uiterlijk op 25 mei 2018 de regels mee die hij heeft vastgesteld overeenkomstig lid 1, alsmede onverwijld alle wijzigingen daarvan.

Preambule overweging nr. 164 AVG

Met betrekking tot de bevoegdheden van de toezichthoudende autoriteiten om van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker toegang tot persoonsgegevens en tot zijn bedrijfsruimten te verkrijgen, kunnen de lidstaten binnen de grenzen van deze verordening bij wet specifieke regels vaststellen om het beroepsgeheim of andere gelijkwaardige geheimhoudingsplichten te waarborgen, voor zover dit nodig is om het recht op bescherming van persoonsgegevens met het beroepsgeheim te verzoenen. Daarbij worden de in de lidstaten geldende verplichtingen om de regels van het beroepsgeheim na te leven wanneer het Unierecht zulks vereist, onverlet gelaten.

Artikel 91

Bestaande gegevensbeschermingsregels van kerken en religieuze verenigingen


1. Wanneer kerken en religieuze verenigingen of gemeenschappen in een lidstaat op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening uitgebreide regels betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met verwerking toepassen, kunnen die regels van toepassing blijven, mits zij in overeenstemming worden gebracht met deze verordening.

2. Kerken en religieuze verenigingen die overeenkomstig lid 1 van dit artikel uitgebreide regels hanteren, zijn onderworpen aan toezicht door een onafhankelijke toezichthoudende autoriteit, die specifiek kan zijn, op voorwaarde dat de autoriteit voldoet aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in hoofdstuk VI van deze verordening.

Preambule overweging nr. 55 AVG

Bovendien vindt de verwerking van persoonsgegevens door overheidsinstanties ter verwezenlijking van in het constitutionele recht of in het volkenrecht vastgelegde doelstellingen van officieel erkende religieuze verenigingen plaats op grond van een algemeen belang.


Preambule overweging nr. 165 AVG

Overeenkomstig artikel 17 VWEU eerbiedigt deze verordening de status die kerken en religieuze verenigingen en gemeenschappen volgens het vigerende constitutioneel recht in de lidstaten hebben, en doet zij daaraan geen afbreuk.

Scroll to top